Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 080519 psychiatrisch desk. bericht, voorschot deskundige voor rekening slachtoffer; in debet gesteld

RBLIM 080519 psychiatrisch desk. bericht, deskundige dient te bepalen of daarbij patientenkaart nodig is, voorschot deskundige voor rekening slachtoffer; in debet gesteld

in vervolg op: rblim-200219-ass-vordert-te-bepalen-dat-de-schade-met-7-500-00-wel-is-voldaan-so-vordert-deskundigenbericht-desk-bericht-toegewezen

De verdere beoordeling

2.1.
Bij voormeld tussenvonnis zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over aantal, deskundigheid en de persoon van de te benoemen deskundige(n) en over de aan deze(n) voor te leggen vragen, met inachtneming van hetgeen de rechtbank in 4.3.4 van het tussenvonnis had overwogen.

2.2.
UVM heeft in haar akte geantwoord dat zij verzoekt een deskundige op het gebied van de psychiatrie te benoemen. Ten aanzien van de persoon van de te benoemen deskundige gaat haar voorkeur uit naar Tilanus, met Sno en Peterse als alternatieven. Ten aanzien van de aan de te benoemen deskundige voor te leggen vragen stelt UVM voor de volledige IWMD-vraagstelling te hanteren, inclusief de vraag naar de blijvende invaliditeit en in inclusief de Richtlijn Medisch Specialistische Rapportage. UVM heeft, zich daarbij baserend op het bijgevoegde advies van haar medisch adviseur, aanvullend verzocht om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te gelasten voorafgaand aan de expertise het volledige huisartsenjournaal betreffende haar over te leggen aan de deskundige.

2.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt vooralsnog voor alleen een deskundige op het gebied van de psychiatrie te benoemen, en het aan deze over te laten om te bepalen of er een aanvullend onderzoek dient plaats te vinden op een ander vakgebied. Als deskundige wenst zij primair drs. Schoutrop te zien benoemd, als alternatieven voor deze draagt zij aan dr. H. Sno, of dr. F.B. van der Wurff. Wat betreft de aan de deskundige voor te leggen vragen verwijst zij naar de e-mail van haar medische adviseur, [naam medisch adviseur] van 19 maart 2019. Ten aanzien van de maximaal acceptabele hoogte van het voorschot op de kosten van de te benoemen deskundige heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen opmerkingen. Wel stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat deze kosten door UVM moeten worden voorgeschoten, omdat zij de aansprakelijkheid voor de schade van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft erkend.

2.4.
Ten aanzien van de te benoemen deskundige is de rechtbank van oordeel dat dr. Sno, die desgevraagd heeft verklaard bereid en in staat te zijn het deskundigenbericht op te stellen, tot deskundige dient te worden benoemd. Beide partijen hebben hem als alternatief voorgedragen voor hun respectieve voorkeuren, terwijl hun respectieve voorkeuren voor de respectieve wederpartij niet acceptabel zijn.

2.5.
Wat betreft de aan de te benoemen deskundige voor te leggen vragen oordeelt de rechtbank dat, zoals door de rechtbank ook al had voorgesteld in het tussenvonnis van 20 februari 2019, aan de deskundige de vragen als opgesomd in productie 20 van UVM (de brief van 23 mei 2016 van de medisch adviseur van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan psychiater Schoutrop; de zogenaamde IWMD-vraagstelling) dienen te worden voorgelegd. Deze vraagstelling is in gevallen als de onderhavige immers gebruikelijk en geaccepteerd.

2.6.
Wat betreft het aanvullende verzoek van UVM om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te gelasten het volledige huisartsenjournaal over te leggen, overweegt de rechtbank het volgende. Gelet op de psychiatrische voorgeschiedenis van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] laat de rechtbank het aan te benoemen deskundige over om te bepalen over welke delen van het huisartsenjournaal hij dient te beschikken in het kader van het onderzoek en aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om overlegging daarvan te verzoeken.

2.7.
Zoals reeds overwogen in 4.3.4 van het tussenvonnis, zal de rechtbank bepalen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het voorschot op de kosten van de deskundige dient voor te schieten. Nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] echter procedeert op basis van een toevoeging dienen die kosten voorlopig in debet te worden gesteld.

2.8.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

2.9.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

2.10.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

De beslissing

De rechtbank:

3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen en verzoekt de deskundige daarbij de desbetreffende bepalingen uit de Richtlijn Medisch Specialistische Rapportage (RMSR), waarnaar in de diverse vragen wordt verwezen, in acht te nemen:

(...)

ECLI:NL:RBLIM:2019:4306