Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 040511 is tussen partijen vso tot stand gekomen, kosten gevorderd 4185, toegewezen 2.666,25 tarief 225

Rb Den Haag 040511 is tussen partijen vso tot stand gekomen, kosten gevorderd 4185, toegewezen 2.666,25 tarief 225

Kosten

4.10.Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt begroot, ook indien het verzoek wordt afgewezen. De kosten dienen ingevolge artikel 6:96 lid 2 BW te voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets: zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten dienen redelijk te zijn.

4.11.[verzoeker] betoogt dat hij een bedrag van € 4.185,-- (18,6 uur x € 225,--, excl. BTW) aan kosten voor rechtsbijstand heeft gemaakt. Hij heeft een specificatie van de kosten overgelegd. Reaal heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de door [verzoeker] opgevoerde kosten. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, acht de rechtbank het bovenmatig dat er op 20 oktober 2010 twee uur zijn besteed aan een brief aan [verzoeker] en op 7 januari 2011 vier uur aan brieven aan [verzoeker] en Reaal. De desbetreffende brieven, althans brieven van de datum waarop deze kosten zijn gemaakt, zijn niet overgelegd. De rechtbank zal de kosten voor deze brieven begroten op totaal € 337,50 (30 minuten per brief). Ook de aan het opstellen van het verzoekschrift bestede tijd, twee uur, komt de rechtbank niet redelijk voor, nu Reaal terecht aanvoert dat het verzoekschrift inhoudelijk grotendeels identiek is aan een eerder door mr. Solstad aan Reaal verzonden brief. Ten slotte zijn de 60 minuten die in rekening zijn gebracht voor de brief aan de rechtbank van 11 april 2011 buitensporig, nu met deze brief slechts stukken zijn overgelegd, zonder daarbij enige inhoudelijke toelichting te geven. De rechtbank zal de kosten begroten op € 112,50 (30 minuten) voor het opstellen van het verzoekschrift en € 56,25 (15 minuten) voor de brief aan de rechtbank. Dit leidt ertoe dat de rechtbank de kosten die aan de zijde van [verzoeker] zijn gemaakt bij de behandeling van het verzoek begroot op € 2.666,25 en vermeerderd met het griffierecht van € 258,-- op € 2.924,25.

5.De beslissing
De rechtbank:

5.1.begroot de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv op € 2.924,25 (exclusief BTW);LJN BQ6068