Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 300311 geen oordeel over (opstal)aansprakelijkheid na val van plafondplaat; kosten begroot op 11.5 uur x € 250,00 + 5% = 19% = 3592,31

Rb Den Haag 300311 geen oordeel over (opstal)aansprakelijkheid na val van plafondplaat; kosten begroot op 11.5 uur x € 250,00 + 5% = 19% = 3592,31
De kosten

4.6.Uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 1019aa Rv volgt dat ook als het verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, de rechtbank de kosten van deze procedure dient te begroten. De rechtbank is echter met verweersters van oordeel dat niet alle door [verzoeker] aangevoerde kosten kunnen worden aangemerkt als kosten van de deelgeschilprocedure. [verzoeker] voert namelijk alle kosten van rechtsbijstand op vanaf het moment dat zijn huidige advocaat, mr. Hovinga, hem bijstaat. Op dat moment was echter nog niet besloten tot het starten van deze deelgeschilprocedure. De rechtbank oordeelt dan ook dat alleen de kosten van werkzaamheden die daadwerkelijk in het kader van deze deelgeschilprocedure zijn verricht kunnen worden aangemerkt als kosten in de zin van artikel 1019aa Rv. Op grond van de overgelegde urenstaat begroot de rechtbank de werkzaamheden voorafgaand aan de zitting op 5,5 uur. Van de werkzaamheden tot de zitting is geen urenstaat overgelegd, zodat de rechtbank de omvang van die werkzaamheden moet begroten. Naar redelijkheid begroot de rechtbank die werkzaamheden op 6 uur. Uitgaand van het door mr. Hovinga gehanteerde uurtarief van € 250,--, 5 % kantoorkosten en 19% BTW worden de buitengerechtelijke kosten begroot op € 3.592,31 en vermeerderd met het griffierecht van € 255,-- op € 3.847,31. LJN BQ0359