Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-Nederland 210617 deelgeschil is niet de aangewezen procedure; geen begroting kosten

Rb Midden-Nederland 210617 vordering ex 6:185 tzv gebroken heupprothese verjaard; m.b.t. de grondslag in 6:162 is nader onderzoek nodig; niet in deelgeschil
- deelgeschil is niet de aangewezen procedure; geen begroting kosten 

4.7.

Ook het verzoek om veroordeling van Johnson & Johnson in de kosten die met (de voorbereiding van) deze deelgeschilprocedure waren gemoeid, moet worden afgewezen. Daartoe overweegt de rechtbank dat zij gehouden is om de kosten te begroten die in redelijkheid zijn gemaakt (waarmee wordt bedoeld dat het redelijk was om kosten te maken, en dat ook de omvang van de gemaakte kosten redelijk is). Uit hetgeen hiervoor is overwogen, blijkt echter dat het instellen van de deelgeschilprocedure op dit moment niet de aangewezen procedure was. Daardoor kan ook niet worden geoordeeld dat [verzoekster] in redelijkheid kosten heeft kunnen maken voor deze procedure. Dat blijkt overigens ook uit de brief van de medisch adviseur van [verzoekster] van 28 juni 2016, waarin hij haar adviseert om een onafhankelijke orthopedische beoordeling te laten uitvoeren om meer duidelijkheid te verkrijgen over de aansprakelijkheid. In plaats daarvan heeft [verzoekster] , kennelijk tegen beter weten in, de deelgeschilprocedure aanhangig gemaakt.

4.8.
Gelet op het voorgaande kan de op 22 en 24 mei en 13 juni 2017 door de rechtbank ontvangen correspondentie buiten beschouwing blijven. Wat ook van de inhoud van die correspondentie zij, deze verandert niets aan het oordeel dat de zaak te vroeg aanhangig is gemaakt en dat er geen aanleiding is om nu, tijdens de procedure, alsnog het noodzakelijke onderzoek te verrichten. ECLI:NL:RBMNE:2017:3102