Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 020915 beperkt en overzichtelijk deelgeschil; kosten gevorderd en begroot obv 17,1 x € 245,00/248,00 excl btw en kantoorkosten, totaal € 5.396,93 + griffierecht

Rb Midden-NL 020915 ernstig knieletsel na ongeval met scooter; aangifte maand na ongeval is te laat; geen recht op schadevergoeding van Waarborgfonds;
- beperkt en overzichtelijk deelgeschil; kosten gevorderd en begroot obv 17,1 x € 245,00/248,00 excl btw en kantoorkosten, totaal € 5.396,93 + griffierecht

4.5.

De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.
[verzoeker] maakt aanspraak op een bedrag van € 3.456,61 (11 uur x 245,00 exclusief btw en kantoorkosten) en een bedrag van € 1.940,32 (6,1 uur x € 248,00 exclusief btw en kantoorkosten).
Het Waarborgfonds voert aan dat de gevorderde kosten moeten worden afgewezen en dat een tijdsbesteding van 10 uren (voor het verzoekschrift) en het gehanteerde uurtarief van € 240,00 bovenmatig is. Zij vindt een tijdsbesteding van 4 uren tegen een tarief van € 200,00 per uur redelijk.
De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt en overzichtelijk deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uur is daarmee naar het oordeel van de rechtbank in overeenstemming. De met de opstelling van het verzoekschrift én de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank daarom worden begroot overeenkomstig het verzoek, derhalve op € 5.396,93 inclusief BTW en kantoorkosten, te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 285,00.
Omdat de aansprakelijkheid niet is komen vast te staan, zal de rechtbank de kosten slechts begroten en niet tevens een veroordeling tot betaling daarvan uitspreken. ECLI:NL:RBMNE:2015:6510