Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 031215 kosten gevorderd obv 13,6 uur x € 225,00, begroot obv 10 x € 225,00 + griffierecht

Rb Midden-NL 031215 letsel voetganger door dichtslaan van kofferbakklep; geen sprake van deelname aan het verkeer; vordering op Waarborgfonds afgewezen;
- kosten gevorderd obv 13,6 uur x € 225,00, begroot obv 10 x € 225,00 + griffierecht

3.5. 

De kantonrechter dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten wordt de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn.

3.6.
[Verzoekster] maakt aanspraak op een bedrag van € 3.566,48 (13,6 uur tegen een uurtarief van € 225,00). Het Waarborgfonds stelt dat zowel het uurtarief als aantal bestede uren bovenmatig is.

3.7. 
Het gaat in deze zaak om een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt en overzichtelijk deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is daarmee naar het oordeel van de kantonrechter niet in overeenstemming. De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW, zullen daarom worden begroot op € 2.250,00 (10 uren x € 225,00), te vermeerderen met het door [Verzoekster] betaalde griffierecht van € 78,00.

3.8. 
Omdat de aansprakelijkheid niet is komen vast te staan, worden de proceskosten slechts begroot. De kantonrechter zal niet ook een veroordeling tot betaling daarvan uitspreken in deze procedure.stichtingpiv.nl