Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 060411 vordering verzekeraar; kosten verweerder € 3.616,29 begroot en toegewezen

Rb Rotterdam 060411 vordering verzekeraar; kosten verweerder € 3.616,29 begroot en toegewezen

4.15.  [verweerder] heeft verzocht zijn kosten te begroten in de zin van artikel 1019aa lid 1 Rv. De rechtbank dient daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen. Of het redelijke kosten zijn, hangt af van de vraag of het redelijk is dat die kosten zijn gemaakt én of de hoogte van deze kosten redelijk is.

4.16.  Bij het verweerschrift heeft mr. Hovinga een specificatie gevoegd van de tot het moment van de zitting gemaakte kosten, die EUR 2.708,29 bedragen. Die kosten komen de rechtbank redelijk voor. De met de verdere behandeling van de zaak gemoeide kosten, waaronder de tijd besteed aan het bijwonen van de mondelinge behandeling ter zitting en het opstellen van pleitaantekeningen, zullen door de rechtbank worden begroot op EUR 650,00, te vermeerderen met het door [verweerder] betaalde griffierecht van EUR 258,00, in totaal dus EUR 3.616,29.

4.17.  Door [verweerder] is tevens veroordeling van London tot betaling van deze kosten verzocht. Omdat [verweerder] de in het ongelijk gestelde partij is, kan van een proceskostenveroordeling in zijn voordeel in eigenlijke zin geen sprake zijn. Wel kan – en zal – London op basis van artikel 1019aa Rv worden veroordeeld tot betaling van het hiervoor onder 4.16. begrote bedrag. LJN BQ0244