Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb 's-Hertogenbosch 210312 niet verschijnende aansprakelijke partij, kosten € 4.997,04

Rb 's-Hertogenbosch 210312 vaststelling uitgangspunten verlies verdienvermogen, niet verschijnende aansprakelijke partij, kosten € 4.997,04 

2.  De beoordeling 

2.1.  De rechtbank stelt vast dat Aegon niet in de procedure is verschenen. Aegon heeft geen verweerschrift ingediend, noch is zij ter zitting van 7 maart 2012 verschenen om mondeling verweer te voeren. Dit, terwijl zij bij aangetekend verzonden brief van 17 januari 2012 is opgeroepen ter zitting te verschijnen en die brief blijkens gegevens van PostNL op 18 januari 2012 bij Aegon is bezorgd. 

2.2.  Het voorgelegde geschil ziet op de afwikkeling van de schade die [verzoeker] stelt te lijden als gevolg van een hem op 11 juli 2008 overkomen verkeersongeval. [verzoeker] is op die datum in botsing gekomen met een taxi die verzuimde voorrang te verlenen aan [verzoeker]. De WAM-verzekeraar van de taxi, Aegon, heeft de aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van het ongeval erkend. 

2.3.  [verzoeker] stelt dat hij ten tijde van het ongeval in loondienst werkzaam was bij zijn broer, die een tuindersbedrijf exploiteerde waarin prei werd gekweekt. Sinds 1 januari 1998 was [verzoeker] werkzaam als meewerkend voorman. Wegens ziekte heeft de broer van [verzoeker] de bedrijfsuitoefening met ingang van 1 november 2009 gestaakt. De arbeidsovereenkomst met [verzoeker] werd per 31 oktober 2009 opgezegd. 

2.4.  Het onderhavige verzoek van [verzoeker] strekt er in de eerste plaats toe dat de rechtbank zal beslissen omtrent de hoogte van zijn hypothetisch inkomen zonder ongeval vanaf 1 november 2009. 

2.4.1.  [verzoeker] stelt primair dat zijn hypothetische verdiensten zonder ongeval bestaan zouden hebben uit een beloning conform de CAO Open Teelten, schaal G, volgens het volgende schema: 
-  trede 6 per 1 november 2009, 
-  trede 7 per 1 september 2010, 
-  trede 8 per 1 september 2011, 
-  trede 9 vanaf 1 september 2012. 

2.4.2.  Subsidiair stelt [verzoeker] dat zijn hypothetische verdiensten zonder ongeval zouden hebben bestaan uit een beloning conform de CAO Open Teelten, schaal G, beginnend met trede 2 per 1 november 2009 om vervolgens ieder jaar per 1 november één trede te stijgen, met als maximum trede 9 per 1 november 2016. 

2.5.  In de tweede plaats verzoekt [verzoeker] de rechtbank om conform artikel 1019aa Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) de kosten van de deelgeschilprocedure te begroten. Volgens [verzoeker] bedragen de kosten € 4.997,04, inclusief kantoorkosten en BTW (prod. 15 verzoekschrift). 

2.6.  De verzoeken zoals weergegeven onder 2.4 en 2.4.1 en onder 2.5 komen de rechtbank onrechtmatig noch ongegrond voor en zullen daarom op navolgende wijze worden toegewezen. 

3.  De beslissing 

De rechtbank 

3.1.  bepaalt dat voor de berekening van het hypothetische inkomen van [verzoeker] zonder ongeval dient te worden uitgegaan van de hiervoor onder 2.4.1 beschreven uitgangspunten, 

3.2.  begroot de kosten van de deelgeschilprocedure op € 4.997,04, inclusief kantoorkosten en BTW. 

Deze beschikking is gegeven door mr. M. Rietveld en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2012.  LJN BV9628