Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Utrecht 050912 kosten gevorderd € 15.494,99, begroot op de helft: € 7.747,50

Rb Utrecht 050912 letsel fietser na aanrijding met bus; 
- geen steekhoudende en zwaarwegende bezwaren tegen rapportage psychiatrisch deskundige;
- eigen schuld tzv ontstaan ongeval 70,% na billijkheidscorrectie 50% en toegewezen tot 60% omdat ass bereid is (geweest) 60% te vergoeden;
- kosten gevorderd € 15.494,99, begroot op de helft: € 7.747,50

4.12.  Het vierde en laatste verzoek van [verzoeker] ziet op buitengerechtelijke kosten. Op basis van de overgelegde begroting daarvan constateert de rechtbank dat het verzoek betrekking heeft op kosten gemoeid met dit deelgeschil alsmede met twee partij-deskundigenrapportages. 

De kosten gemoeid met de beide partij-deskundigenrapportages komen niet voor vergoeding in aanmerking. De eerste twee verzoeken heeft de rechtbank immers afgewezen, zodat van deze kosten niet geoordeeld kan worden dat deze in redelijkheid zijn gemaakt. 
Met betrekking tot kosten van de onderhavige deelgeschilprocedure overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten bij de behandeling van het verzoek te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet kan worden toegewezen. Deze kosten dienen evenwel te voldoen aan de dubbele redelijkheidtoets; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. [verzoeker] maakt aanspraak op vergoeding van € 23.651,69 (inclusief BTW). Allianz betwist dat zij gehouden is de kosten gemoeid met dit deelgeschil te betalen. Volgens haar is het verzoekschrift reactief opgesteld, naar aanleiding van de dagvaarding. Verder vindt zij dat het nodeloos aanhangig is gemaakt en zo kansloos is dat er sprake is van misbruik van (proces)recht. De rechtbank ziet in het feit dat de dagvaarding van Allianz en het verzoekschrift van [verzoeker] van nagenoeg gelijke datum zijn en mogelijk reactief is opgesteld, wat daarvan verder ook zij, geen reden de kosten niet of op nihil te begroten. Evenmin is naar het oordeel van de rechtbank sprake van misbruik van het processuele middel van een verzoekschrift ex artikel 1019w Rv. Het staat een partij immers vrij een verzoekschrift in te dienen, ook indien (reeds) een bodemprocedure aanhangig is of wordt gemaakt. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat beide partijen tijdens de mondelinge behandeling hebben benadrukt steeds bereid te zijn en te blijven met elkaar een regeling te treffen, in welk (buitengerechtelijk) proces deze deelgeschilprocedure intervenieert. Allianz vindt het aantal aan de zaak bestede uren overdreven en voert daarbij aan dat zij aan deze zaak slechts een derde van deze uren heeft besteed. Hoewel de onderliggende psychiatrische problematiek, in het bijzonder de discussie over de vraag of er sprake is van een nagebootste stoornis dan wel conversiestoornis en wat het een of het ander betekent voor de beperkingen en in het verlengde daarvan de arbeidsmogelijkheden van [verzoeker] complex van aard is, zijn de aan de rechtbank voorgelegde verzoeken qua omvang en complexiteit daarvan beperkt. Het aan het deelgeschil bestede opgegeven aantal uren is daarmee naar het oordeel van de rechtbank geenszins in overeenstemming. De met opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank worden begroot op de helft van het opgegeven bedrag van € 15.494,99, derhalve op € 7.747,50, een en ander te vermeerderen met het griffierecht van € 267,00. Allianz zal tot betaling daarvan aan [verzoeker] worden veroordeeld. LJN BX7653