Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zutphen 050111 kosten gevorderd 9.092,80 + kosten zitting; toegewezen 5000,00

Rb Zutphen 050111 kosten gevorderd 9.092,80 + kosten zitting; toegewezen 5000,00
5.8.  [verzoeker] heeft inzake de onderhavige procedure na vermeerdering van het verzoek een bedrag van € 9.092,80 aan buitengerechtelijke kosten gevorderd. Het bedrag is opgebouwd uit een tijdsbesteding van 29 uren en 6 minuten tegen een uurtarief van € 250,00, vermeerderd met 6% kantoorkosten en 19% BTW. Daarbij komt nog een bedrag van € 263,00 aan griffierechten en de kosten voor het bijwonen van de mondelinge behandeling. Univé werpt tegen dat in het oorspronkelijke, bij de sector kanton uitgebrachte, verzoekschrift vergoeding van 5 uren is verzocht, terwijl in het thans uitgebrachte verzoekschrift 17,5 uren worden gedeclareerd. Bij de mondelinge behandeling wordt dit aantal uren ten onrechte nog verder opgehoogd. De vergoeding dient volgens Univé beperkt te worden tot de oorspronkelijke 5 uren te vermeerderen met de reisuren en de duur van de mondelinge behandeling.
5.9.  De overgelegde urenspecificatie omvat alle werkzaamheden die in het dossier van [verzoeker] zijn verricht in de periode van 28 juni 2010 tot en met 2 november 2010. De kostenveroordeling ingevolge artikel 1019aa Rv betreft de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Vaststaat dat de raadsman van [verzoeker] het verzoekschrift -per abuis- heeft ingediend bij de sector kanton, waarna Univé een verweerschrift heeft ingediend dat de raadsman van [verzoeker] kennelijk op 9 september 2010 heeft bestudeerd. De kosten die met die bestudering zijn gemoeid, dienen voor rekening van [verzoeker] te blijven. Immers, uit de overgelegde specificatie blijkt dat de raadsman van [verzoeker] het verweerschrift nogmaals heeft bestudeerd bij de voorbereiding van de zitting. Zou dit anders zijn, zou dezelfde verrichting tweemaal worden vergoed. Op grond van de overgelegde specificatie begroot de rechtbank ex aequo et bono de redelijke tijdsbesteding in dit dossier op afgerond 16 uren. De duur van de mondelinge behandeling en de reistijd is tezamen 4 uren. Tegen toewijzing van de daarmee gemoeide kosten heeft Univé als zodanig geen verweer gevoerd. De hoogte van het uurtarief van € 250,00 staat niet ter discussie. Uitgaande hiervan worden de buitengerechtelijke kosten begroot op € 5.000,00 exclusief 6 % kantoorkosten en exclusief 19% BTW.

6.  De beslissing
De rechtbank

6.1.  bepaalt dat op basis van de thans beschikbare informatie de resterende verdiencapaciteit van [verzoeker] kan worden bepaald,

6.2.  bepaalt de resterende verdiencapaciteit van [verzoeker] voor de periode van 31 oktober 2009 tot en met 2012 op 20 uren per week, voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017 op 24 uren per week en voor de periode na 2018 op 28 uren per week, met inachtneming van hetgeen onder 5.6 slot is overwogen LJN BP0054