Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 300119 kosten verzocht 24 uren x € 240,-- + 6% + 21% , toegewezen (1/2 x 18 + 6) 15 uren x € 220,-- + BTW excl kantoorkosten

RBMNE 300119 Al eerder in deelgeschil geoordeeld over VAV. afwijzing wegens gebrek aan belang, wel oordeel over tandartskosten en smartengeld;
- smartengeld € 25.000,00; ernstig aangezichtsletsel en gebitsletsel, stabiele C7 fractuur, crurisfractuur rechts en ischiadicus letsel linkerbeen 
- tandartskosten cf begroting € 15.970,28; implantaten in de kaak, onderprotheses en onderzoek.

kosten verzocht 24 uren x € 240,-- + 6% + 21% , toegewezen (1/2 x 18 + 6) 15 uren x € 220,-- + BTW excl kantoorkosten.

2e deelgeschil; zie ook rb-midden-nl-091215-gelet-op-langdurige-werkloosheid-in-verleden-faillissement-enige-opdrachtgever-en-leeftijd-is-nadere-concretisering-arbeidsmogelijkheden-zonder-ongeval-vereist

Kosten van de procedure

4.12.
De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

[verzoeker] maakt aanspraak op een vergoeding van (18 + 6) 24 uren x € 240,--, te vermeerderen met 6% kantooropslag en 21% BTW, althans de rechtbank begrijpt zijn verzoeken onder D. en E. in die zin.

Anders dan ASR is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een volstrekt onnodig of onterecht ingediend verzoek. Voor het oordeel dat de gemaakte kosten niet voor begroting in aanmerking komen, moet sprake zijn van misbruik van het processuele middel van een verzoekschrift ex artikel 1019w Rv. Een dergelijk misbruik acht de rechtbank niet aanwezig, althans niet wat betreft alle verzoeken.

4.13.
ASR voert aan dat het aantal bestede uren onredelijk is, terwijl zij met betrekking tot het uurtarief aanvoert dat het bovenmatig is.

Deze zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt en overzichtelijk deelgeschil.

Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is daarmee naar het oordeel van de rechtbank niet in overeenstemming, temeer niet omdat er geen belang is bij (herhaling van) het verzoek met betrekking tot het verlies aan verdienvermogen zoals hiervoor is overwogen. De met het opstellen van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank worden begroot op (1/2 x 18 + 6) 15 uren x € 220,-- exclusief BTW en kantoorkosten. Bij dit uurtarief ziet de rechterbank geen aanleiding voor vergoeding van kantoorkosten. Het te begroten bedrag komt neer op € 3.993,-- inclusief BTW, te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 291,--.

ASR zal tot betaling daarvan aan [verzoeker] worden veroordeeld.

4.14.
Omdat tegen een beschikking op een verzoek in een deelgeschil op grond van artikel 1019bb Rv geen hogere voorziening openstaat, zal de rechtbank het verzoek de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, afwijzen. ECLI:NL:RBMNE:2019:334