Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 310723 niet begroot; procedure is onterecht ingediend met volstrekt onvolledig dossier waarin gestelde toedracht mager is onderbouwd en gestelde letsel geheel niet

RBMNE 310723 kop-staartbotsing op afrit snelweg; verkeersfout achterligger niet aangetoond;
- kosten deelgeschil niet begroot; procedure is onterecht ingediend met volstrekt onvolledig dossier waarin gestelde toedracht mager is onderbouwd en  gestelde letsel geheel niet is onderbouwd

 

Deelgeschilkosten worden niet begroot, de procedure is onterecht ingesteld

3.15.

De rechtbank moet de kosten van deze deelgeschilprocedure begroten, ook als een verzoek niet wordt toegewezen. Dit staat in artikel 1019aa lid 1 Rv. Hoe de kosten moeten worden begroot is geregeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Daaruit volgt dat de rechtbank bij de begroting van de kosten de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets moet hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat als een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

3.16.

Dat laatste is het geval. De procedure is onterecht ingediend met een volstrekt onvolledig dossier waarin de gestelde toedracht mager is onderbouwd en het gestelde letsel geheel niet is onderbouwd, bijvoorbeeld met medische stukken. Op verzoek van de rechtbank is in de brief van 25 april 2023 van de gemachtigde genoemd dat er geen direct verlies aan verdienvermogen is maar op de zitting wordt dit wel aangevoerd door whiplash klachten te stellen zonder enige (medische) onderbouwing. De mogelijke schadeomvang is niet, althans zeer summier toegelicht met alleen een overzicht van de zorgkosten van oktober tot en met december 2019 en zoals ter zitting bleek, zijn deze kosten in strijd met de waarheidsplicht van artikel 21 Rv als door [verzoeker] gemaakte kosten opgevoerd terwijl deze door de (ziektekosten-)verzekeraar zijn voldaan. Tot slot “rammelt” de bijgevoegde declaratie voor rechtsbijstand. Het gaat om een conceptnota (volgens mr. Kishoendajal per abuis) waarop niet te zien is wie welke werkzaamheden heeft verricht en bij het kenmerk (volgens mr. Kishoendajal eveneens per abuis) wordt een andere verzekeraar (Zurich) genoemd dan verweerder. Op grond van deze omstandigheden in onderling verband bezien is het verzoek bij deze stand van het dossier onterecht ingesteld en komen de kosten van deze procedure niet voor begroting in aanmerking. ECLI:NL:RBMNE:2023:4250