Overslaan en naar de inhoud gaan

RBOBR 050917 toegewezen 30 uur á 235,00 & 245,00; 60 % eigen schuld in mindering

RBOBR 050917 student sporthogeschool bereidt zich in klimhal voor op examen en valt 14 meter; klimhal niet, school wel aansprakelijk, eigen schuld 60% 
toegewezen 30 uur á 235,00 & 245,00; 60 % eigen schuld in mindering

Kosten deelgeschil

4.16.
[verzoeker] verzoekt begroting van zijn kosten op een bedrag van € 8.455,44 inclusief btw te vermeerderen met de (reis)tijd voor de mondelinge behandeling en de tijd voor werkzaamheden na de ontvangst van de beschikking.

4.17.
Fontys heeft bezwaar gemaakt tegen de gehanteerde uurtarieven van € 235,-- en 245,-- (exclusief btw) en tegen de bestede tijd van 29,30 uren aan het verzoekschrift, welke tijdsbesteding door haar niet redelijk wordt geacht. Volgens Fontys dienen de kosten te worden begroot op een bedrag van hooguit € 3.267,--.

4.18.
De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn.

4.19.
De rechtbank oordeelt de gehanteerde uurtarieven redelijk nu deze binnen de marges van de gebruikelijke marktconforme tarieven blijven en daarnaast geen kantoorkosten worden gerekend. Het aantal gerekende uren (29,30) voor het opstellen van het verzoekschrift komt de rechtbank echter bovenmatig voor. Aan de aan beide verweersters gemaakte verwijten ligt hetzelfde feitencomplex ten grondslag en ook de juridische grondslag is deels hetzelfde. De rechtbank zal het aantal uren daarom matigen tot 20. Voor de behandeling van het verweerschrift, reistijd, de mondelinge behandeling inclusief voorbereiding en werkzaamheden na ontvangst van de beschikking zal in totaal 10 uur worden gerekend. Het totaal aantal uren komt daarmee op 30. De totale kosten als bedoeld in artikel 1019aa lid 1 Rv worden door de rechtbank vastgesteld op een bedrag van € 8.658,72. Nu het gaat om schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zal de rechtbank de veroordeling van Fontys in de kosten van het deelgeschil evenredig verminderen met het percentage van de eigen schuld van [verzoeker]. ECLI:NL:RBOBR:2017:6934