Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 140423 verzocht 18,75 + 5 uur x € 250,00; toegewezen: 1 uur 50 min. administratief á € 215,00 p.u. + 15 uur x € 250,00 + 21% = € 5.014,45

RBROT 140423 verzocht 18,75 + 5 uur x € 250,00; toegewezen: 1 uur 50 min. administratief á € 215,00 p.u. + 15 uur x € 250,00 + 21% = € 5.014,45

 

Kosten deelgeschil

4.15.
Op grond van artikel 1019aa Rv worden de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt (in dit geval [verzoeker01] ), in de beschikking begroot. Hierbij moet de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 BW gehanteerd worden. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Uit wat hiervoor is overwogen, blijkt dat het laatste niet het geval is.

4.16.
[verzoeker01] heeft als productie 5 bij het verzoekschrift een urenstaat van zijn advocaat overgelegd. Daaruit volgt dat in totaal 18,75 uur aan de zaak is besteed tegen een uurtarief van € 250,00 exclusief btw. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van [verzoeker01] nog toegelicht dat de tijd die gepaard gaat met de (voorbereiding) van de mondelinge behandeling 5 uur bedraagt.

4.17.
Allianz c.s. hebben aangevoerd dat er op de urenstaat diverse administratieve handelingen staan opgenomen waarvoor het specialistentarief van € 250,00 in rekening wordt gebracht. Het is onduidelijk waarom Allianz c.s. zouden moeten betalen voor deze administratieve handelingen die niets te maken hebben met deze deelgeschilprocedure. Verder is er veel tijd in rekening gebracht voor intern overleg. Deze werkzaamheden komen niet voor vergoeding in aanmerking. Voor het opstellen van het – summiere – verzoekschrift is 10 uur in rekening gebracht. Dat is volgens Allianz c.s. onredelijk veel tijd. Het uurtarief van € 250,00 achten Allianz c.s. een te hoog uurtarief omdat de advocaat van [verzoeker01] geen LSA-advocaat is. Allianz c.s. verzoeken het aantal uur dan ook te matigen naar 12 tegen een uurtarief van € 215,00 exclusief btw.

4.18.
De rechtbank oordeelt als volgt.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van [verzoeker01] te kennen gegeven dat hij zich kan voorstellen dat voor de administratieve werkzaamheden (1 uur en 50 minuten) een uurtarief van € 215,00 exclusief btw geldt. Dit komt de rechtbank eveneens redelijk voor. De kosten voor de administratieve werkzaamheden worden daarom begroot op een bedrag van € 476,95 inclusief btw. Ter zake de overige werkzaamheden komt de rechtbank een uurtarief van € 250,00 exclusief btw redelijk voor. De advocaat van [verzoeker01] is weliswaar geen LSA-advocaat, maar tijdens de mondelinge behandeling heeft hij te kennen gegeven meer dan 20 jaar ervaring te hebben als advocaat personenschade. Bovendien volgt de advocaat van [verzoeker01] de Grotius Letselschade opleiding en is hij aspirant LSA-lid. De aan intern overleg, bestudering van het dossier en schrijven van het verzoekschrift bestede tijd komt de rechtbank niet redelijk voor. Mede gelet op de geringe complexiteit van de zaak en de ervaring van de advocaat van [verzoeker01] , mag van de advocaat van [verzoeker01] worden verwacht dat hij minder tijd dan gemiddeld nodig heeft voor een zaak als deze. De rechtbank begroot het aantal uren (exclusief de administratieve werkzaamheden en rekening houdend met de mondelinge behandeling) op 15. De kosten voor het deelgeschil komen daarmee in totaal op een bedrag van (€ 476,95 + 15 x € 302,50 =) € 5.014,45 inclusief btw, te vermeerderen met het door [verzoeker01] betaalde griffierecht van € 314,00. Omdat Allianz aansprakelijk is voor de schade, wordt zij veroordeeld tot betaling van deze kosten.

5.De beslissing
De rechtbank

5.1.
verklaart voor recht dat de hoofdpijnklachten, nekpijnklachten en radiculaire klachten in ieder geval gedurende enige periode na 11 december 2017 het gevolg zijn van het ongeval van 11 december 2017 en dat Allianz verplicht is de door [verzoeker01] dientengevolge geleden schade te vergoeden,

5.2.
begroot de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv aan de zijde van [verzoeker01] op € 5.328,45 en veroordeelt Allianz om deze kosten aan [verzoeker01] te betalen,

5.3.
wijst af het door [verzoeker01] meer of anders verzochte.

ECLI:NL:RBROT:2023:3218