Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 211118 verzocht 29 uur x € 200 + 21%, toegewezen 24 uur x 200 + 21%

RBROT 211118 AOV sommenverzekering met schadekenmerken; verrekening 50% van de uitkeringen en 50% van de premie na ongeval;
verzocht 29 uur x € 200,00 + 21%, toegewezen 24 uur x 200 + 21%

Kosten deelgeschilprocedure

4.17.
De rechtbank stelt vast dat [verzoekster] deze procedure niet volstrekt onnodig of ten onrechte aanhangig heeft gemaakt, temeer nu een deel van het verzochte toewijsbaar is. Zoals door [verzoekster] verzocht zal de rechtbank op grond van artikel 1019aa lid 1 RV de kosten van de procedure begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking nemen.

4.18.
[verzoekster] heeft verzocht de kosten van de werkzaamheden van haar advocaat te begroten tegen een uurtarief van € 200,00, inclusief kantoorkosten en exclusief 21% BTW. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van [verzoekster] toegelicht dat het hier niet gaat om een ‘standaard’ deelgeschilverzoek. Ook gaat het niet om een relatief overzichtelijk geschil nu de argumentatie van Allianz, waarbij vaak nieuwe literatuur en jurisprudentie naar voren wordt gebracht, steeds om een andere reactie vraagt. Een totaal aantal uren van 29 is dan ook terecht met de zaak gemoeid. Dit brengt het totaalbedrag op € 7.018,00 (inclusief BTW). Allianz voert verweer en stelt dat het grote aantal uren niet verhoudt tot het relatief overzichtelijke geschil van de zaak. Bovendien is de discussie voorafgaand aan het deelgeschil al gevoerd en worden in het verzoekschrift stellingen en argumenten herhaald. Een bedrag van € 3.500,00, hetgeen neerkomt op een uurbesteding van 13 uur tegen een uurtarief van € 200,00 exclusief BTW en griffierecht, is redelijk.

4.19.
De rechtbank is van oordeel dat de omvang van het aantal uren gelet op de omvang en inhoud van het verzoekschrift en de mate van complexiteit van het deelgeschil licht bovenmatig is. In het bijzonder wijst de rechtbank erop dat de advocate van [verzoekster] veel producties heeft overgelegd die in het deelgeschil niet aan de orde zijn geweest.

Ook acht de rechtbank een zekere overlap met de kennelijk al eerder in rekening gebrachte buitengerechtelijke kosten aannemelijk. De rechtbank zal het aantal uren daarom matigen tot 24 uur. Het gehanteerde uurtarief is, mede gezien het feit dat Allianz de hoogte hiervan niet betwist, niet onredelijk te noemen. Dit betekent dat de kosten worden begroot op € 6.099,00 (24 x € 200,00 x 21% BTW vermeerderd met het door [verzoekster] betaalde griffierecht van € 291,00). Nu Allianz de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het [verzoekster] overkomen ongeval heeft erkend, zal zij in de hiervoor genoemde kosten worden veroordeeld. ECLI:NL:RBROT:2018:9588