Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 241214 whiplash; voor toekomstige schade dient behandeling in klinische setting te worden ondergaan

Rb Midden-NL 241214 whiplash; causaal verband tussen klachten/beperkingen en ongeval; oordeel over rol csqn-verband bij omvang schade;
- voor toekomstige schade dient behandeling in klinische setting te worden ondergaan;

- kosten gevorderd en toegewezen 22 x € 265,00 + 6% + 21% , totaal € 7.477,56 plus griffierecht

4.5. 

Op basis van de rapportages van de deskundigen komt rechtbank tot de conclusie dat sprake is van causaal verband tussen de klachten van X en het ongeval. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Op basis van het rapport van Schoutrop en De Bijl kan naar het oordeel van de rechtbank geconcludeerd worden dat bij X sprake is van een somatisatie stoornis. Uit het rapport van Schoutrop volgt verder dat hoewel de somatisatie stoornis enige maanden na het ongeval is ontstaan, deze toch als ongevalsgevolg moet worden beschouwd. Schoutrop licht dit toe door aan te geven dat er door het ongeval pijnklachten zijn ontstaan en er problemen ontstonden op het werk en in de privé situatie, wat de somatisatie stoornis heeft geluxeerd. Daarnaast wordt duidelijk dat een aantal persoonlîjkheidskenmerken van X een rol hebben gespeeld bij het ontstaan en persisteren van de psychiatrische problematiek. De Bijl onderschrijft de diagnose van Schoutrop. Beide deskundigen geven bovendien aan dat X voor het ongeval geen psychiatrische problemen had. Schoutrop geeft verder aan dat hij geen aanwijzingen heeft dat X psychiatrische klachten zou hebben ontwikkeld wanneer het ongeval niet had plaatsgevonden. De Bijl merkt daarover op dat er geen andere gebeurtenissen in de periode rond of na het ongeval zijn die een verklaring zouden kunnen vormen voor de ontstane psychiatrische problemen. Hieraan doet niet af dat de klachten van X niet (ook) neurologisch te verklaren zijn. 

4.6. 
Met Helvetia is de rechtbank van oordeel dat wel rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de situatie van X mogelijk nog kan verbeteren wanneer een adequate behandeling wordt ingezet. Op basis van de rapportage van Schoutrop beschouwt de rechtbank als adequate behandeling een behandeling in een klinische setting waarbij het accent ligt op activerende revalidatie. Concreet noemt Schoutrop een verwijzing naar een Centrum voor Onbegrepen Lichamelijke Klachten zoals bijvoorbeeld de Eikenboom. 
Zonder afbreuk te willen doen aan de omstandigheden waarin X ten gevolge van het ongeval is komen te verkeren, is de rechtbank van oordeel dat het - in het kader van de verplichting van een slachtoffer van een verkeersongeval ten opzichte van de aansprakelijke partij om de schade te beperken - in ieder geval voor wat betreft de toekomstige schade op zijn weg ligt een dergelijke behandeling te ondergaan. 

4.7. 
Hetgeen de rechtbank hiervoor onder 4.5. en 4.6. heeft overwogen betekent voor het verzoek van X dat het zal worden toegewezen, in die zin dat op basis daarvan de periode vanaf de datum van het ongeval tot heden kan worden afgewikkeld. Dit geldt echter niet voor de toekomst. De toekomstige schade zal pas kunnen worden afgewikkeld op het moment dat duidelijkheid bestaat over het effect en het resultaat van een behandeling als door Schoutrop aangedragen, en in die zin sprake is van een medische eindsituatie. 

Met dank aan mr. J.F. Roth, SAP Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2015/rb-midden-nl-241214ook op rechtspraak.nl:ECLI:NL:RBMNE:2014:7324