Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 220720 geen korting op bgk vanwege opvolgende belangenbehartigers; overnamekosten redelijk vanwege keuzevrijheid

RBROT 220720 VAV zelfst. loodgieter met beperkt mogelijkheden in wzh elders; geen schending schadebeperkingsplicht; nader ad- en rekenkundig onderzoek nodig
- smartengeld 29 jarige zelfstandig loodgieter; pijnklachten en functiebeperking linker elleboog en linkerhand; € 30.000,00

- bgk onvoldoende betwist en toegewezen; € 285,00 ex BTWvoor gespecialiseerd advocaat redelijk;
- geen korting op bgk vanwege opvolgende belangenbehartigers; overnamekosten redelijk vanwege keuzevrijheid

BGK

4.47.
[eiser] vordert een bedrag van € 18.943,47 inclusief btw aan buitengerechtelijke kosten. Daarnaast vordert [eiser] een bedrag van € 12.867,62 inclusief btw aan kosten in verband met het opstellen van de berekeningen door [naam register-expert] en [naam rekenkundig expert] .

4.48.
Allianz weerspreekt de vordering. Allianz stelt zich op het standpunt dat door haar al een bedrag van € 48.844,90 aan buitengerechtelijke kosten is betaald en dat daarmee de redelijke kosten zijn betaald. Voorts voert Allianz aan dat [eiser] diverse keren van belangenbehartiger is gewisseld en dat het niet redelijk is om de daarmee gepaard gaande dubbele kosten voor rekening van Allianz te laten komen. Ter zake de thans overgelegde nota’s, waaruit blijkt dat er steeds twee advocaten aan de zaak hebben gewerkt, meent Allianz dat de zaak niet dermate ingewikkeld is dat het de inzet van twee advocaten rechtvaardigt. De kosten die daarmee gemoeid zijn, zijn niet redelijk. Ook de gehanteerde uurtarieven van gemiddeld € 285,00 exclusief btw zijn niet redelijk. Daarbij komt dat veelvuldig meer tijd wordt geschreven dan daadwerkelijk aan het dossier is besteed doordat per afzonderlijke verrichting minstens 6 minuten in rekening wordt gebracht, terwijl niet elke activiteit 6 minuten in beslag heeft genomen. Tot slot voert Allianz aan dat de kosten in verband met de rapportages van [naam register-expert] en [naam rekenkundig expert] niet voor vergoeding in aanmerking komen omdat dit geen redelijke kosten ter vaststelling van de schade zijn. Allianz heeft op voorhand te kennen gegeven niet akkoord te gaan met de inschakeling van rekenkundigen.

4.49.
De rechtbank oordeelt als volgt. Of buitengerechtelijke kosten van rechtsbijstand of andere expertisekosten die onder de noemer van artikel 6:96 lid 2, sub b en c BW vallen voor vergoeding in aanmerking komen, wordt bepaald door het antwoord op de vraag of is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets. Vereist is dat, in de gegeven omstandigheden, de verrichte werkzaamheden redelijkerwijs noodzakelijk waren en dat de gemaakte kosten naar hun omvang redelijk zijn. Dat Allianz in het verleden reeds buitengerechtelijke kosten heeft vergoed laat onverlet dat de thans gevorderde kosten eveneens als redelijke kosten kunnen worden aangemerkt en daarmee voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Daarbij geldt dat de omstandigheid dat [eiser] van belangenbehartiger is gewisseld niet maakt dat de daarmee eventueel gepaard gaande ‘dubbele’ kosten voor zijn rekening blijven. Immers, er dient te worden uitgegaan van een keuzevrijheid wat betreft de juridische bijstand en de kosten daarvan dienen door de aansprakelijke partij te worden gedragen. Dit zou eventueel anders kunnen zijn als zou komen vast te staan dat [eiser] veelvuldig en zonder enige goede grond van belangenbehartiger is gewisseld, maar dit is gesteld noch gebleken.

Voor wat betreft de inzet van twee advocaten geldt dat 4,7 uur – het aantal uren dat door twee advocaten voor dezelfde werkzaamheden is gedeclareerd – door de advocaat van [eiser] zal worden gecrediteerd zodat deze uren – naar de rechtbank begrijpt – van de vordering dienen te worden afgetrokken.

Het gehanteerde uurtarieven van gemiddeld € 285,00 exclusief btw acht de rechtbank redelijk, nu een dergelijk uurtarief voor een gespecialiseerd advocaat niet ongebruikelijk is. Waar Allianz meent dat de kosten van de rapportages van [naam rekenkundig expert] en [naam register-expert] niet voor vergoeding in aanmerking komen omdat zij op voorhand heeft aangegeven niet akkoord te gaan met de inschakeling van rekenkundigen, geldt dat ook kosten die gemaakt zijn zonder dat de aansprakelijke partij deze vooraf heeft geaccordeerd, als redelijke kosten kunnen worden aangemerkt. Argumenten waarom dat in dit geval niet zo zou zijn, zijn door Allianz niet aangevoerd. Dit had wel op haar weg gelegen.

Tot slot geldt dat – waar Allianz aanvoert dat de door de advocaat gefactureerde kosten niet redelijk zijn – van Allianz mocht worden verwacht dat zij haar betwisting toespitst op specifieke posten en daarbij zou aangeven waarom het verrichten van bepaalde werkzaamheden onredelijk was of waarom bepaalde werkzaamheden te veel tijd hebben gekost. Dit temeer nu partijen al uitgebreid hebben gecorrespondeerd over de buitengerechtelijke kosten en de advocaat van [eiser] Allianz er op gewezen heeft dat het aan Allianz is aan te geven welke specifieke werkzaamheden onredelijk zouden zijn. Allianz heeft dat destijds nagelaten en doet dit ook thans niet, zij betwist slechts in algemene termen de hoogte van de nota. Hiermee is haar verweer onvoldoende specifiek zodat dit wordt gepasseerd. De vordering voor wat betreft de advocaatkosten wordt toegewezen tot een bedrag van € 17.322, 68 inclusief btw (4,7 uur x € 344,85 inclusief btw is van het door [eiser] gevorderde bedrag van € 18.943,47 inclusief btw afgetrokken). Het gevorderde bedrag van € 12.867,72 inclusief btw als vergoeding voor de kosten van [naam register-expert] en [naam rekenkundig expert] zal worden toegewezen.

ECLI:NL:RBROT:2020:7541