Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof 's-Hertogenbosch 081111 arbeidsvermogensschade vennoot berekend a.d.h.v. niet gewerkte uren x gemiddeld uurloon ingehuurde ZZP-ers;

Hof 's-Hertogenbosch 081111 arbeidsvermogensschade vennoot berekend a.d.h.v. niet gewerkte uren x gemiddeld uurloon ingehuurde ZZP-ers; hoogte smartengeld bij neusfractuur en fractuur sinsuswand na mishandeling E 2.000,00
berekening arbeidsvermogensschade [appellant sub 1.] 

12.6. In het arrest van 11 januari 2011 heeft het hof in onderdeel 4.9 overwogen dat het in dit geval, waar het gaat om een relatief korte periode van eerst volledige en vervolgens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, een redelijke benadering is om de arbeidsvermogensschade van [appellant sub 1.] te berekenen aan de hand van het aantal door [appellant sub 1.] als gevolg van de mishandeling door [geintimeerde] niet gewerkte uren, vermenigvuldigd met de gemiddelde kostprijs van ingehuurde ZZP-ers. [appellant sub 1.] is daarop in de gelegenheid gesteld aan de hand van deze maatstaf de schade te berekenen. [appellant sub 1.] diende daarbij ook stukken over te leggen waaruit het gemiddelde uurloon van de door de v.o.f. in de eerste twee kwartalen van 2007 en 2008 ingezette ZZP-ers viel af te leiden. 

12.6.1. [Appellant sub 1.] cs. stelt zich in de akte na tussenarrest, kort gezegd, op het standpunt dat gelet op de capaciteiten en ervaring van [appellant sub 1.] voor ieder uur dat door [appellant sub 1.] niet kon worden gewerkt een lager gekwalificeerde ZZP-er voor 2,2 uur moest worden ingezet. Dit betekent dat het gemiddelde uurloon van een ZZP-er met de factor 2.2 moet worden vermenigvuldigd, aldus [appellant sub 1.] c.s. 
Het hof persisteert bij de hiervoor weergegeven maatstaf en gaat aan dit standpunt van [appellant sub 1.] voorbij. [Appellant sub 1.] heeft deze door [geintimeerde] uitdrukkelijk betwiste stelling onvoldoende onderbouwd en voorts nagelaten op dit punt specifiek bewijs aan te bieden, zodat de juistheid van deze stelling niet is komen vast te staan. 
Dit leidt ertoe dat bij de berekening van de arbeidsvermogensschade wordt uitgegaan van het gemiddelde uurloon van een door de v.o.f. ingeschakelde ZZP-er. 

12.6.2. [Appellant sub 1.] heeft, zoals gevraagd, stukken overgelegd op grond waarvan het gemiddeld uurloon van door de v.o.f in 2007 ingeschakelde ZZP-ers kan worden vastgesteld. De door [appellant sub 1.] overgelegde facturen hebben alle betrekking op het jaar 2007. Van het jaar 2008 zijn geen facturen overgelegd omdat de v.o.f. in dat jaar geen ZZP-ers heeft ingeschakeld, aldus [appellant sub 1.]. Uit deze overlegde facturen volgt volgens [appellant sub 1.] dat het gemiddelde uurloon in 2007 € 35,00 bedraagt. 
[Geintimeerde] betwist dat dit bedrag juist is. Hij verwijst naar het door [appellant sub 1.] c.s. in eerste aanleg overgelegde overzicht van de door PB Bouw ingeleende arbeidskrachten (bijlage 9 bij prod. 1 bij akte d.d. 7 mei 2008). In dit overzicht wordt een bedrag van € 26.779 aan inleenkrachten genoemd, terwijl volgens [geintimeerde] uit de daarbij overlegde urenopgaven blijkt dat er in totaal 911 uren zijn gewerkt, zodat het gemiddelde uurloon uitkomt op een bedrag van € 29,40. 
Het hof overweegt dat uit dit overzicht, dat betrekking heeft op in de weken 4 tot en met 15 van 2007 door ZZP-ers gewerkte uren en uitbetaald uurloon, blijkt dat het uurloon meestal € 25,00 of € 33,00 bedraagt en een enkele keer € 34,50. Opvallend is dat in de door [appellant sub 1.] bij akte na tussenarrest overgelegde facturen (zie prod. 27) alleen uurlonen staan van € 33,00 of € 35,00, terwijl in eerstgenoemd overzicht blijkt dat juist in de periode waar het hier om gaat heel vaak een uurloon van € 25,00 is uitbetaald. Het hof acht het daarom redelijk bij de berekening van de arbeidsvermogensschade van [appellant sub 1.] uit te gaan van een gemiddeld uurloon van € 30,00. Daarmee komt de arbeidsvermogensschade van [appellant sub 1.] uit op een bedrag van € 6.375,00. Anders dan [geintimeerde] in randnummer 5 van de memorie na enquête stelt, is het niet juist dat [appellant sub 1.] slechts recht heeft op 50% daarvan. Het hof verwijst en persisteert bij hetgeen in het tussenarrest van 20 juli 2010 in r.o. 4.9 is overwogen. (zie www.letselschademagazine.nl) 

(...)
Hoogte smartengeld 

12.8. Het hof heeft in onderdeel 4.10 van het tussenarrest van 20 juli 2010 overwogen de door de rechtbank toegekende smartengeldvergoeding te laag te achten. Gelet op de aard en de ernst van het letsel van [appellant sub 1.] – een neusfractuur en een gecompliceerde fractuur van de sinuswand links en rechts – en de omstandigheid dat [appellant sub 1.] daardoor gedurende een korte tijd eerst niet en vervolgens slechts gedeeltelijk heeft kunnen werken en voorts rekening houdend met hetgeen in vergelijkbare gevallen door Nederlandse rechters is toegewezen, acht het hof een bedrag van € 2.000,00 een billijke vergoeding.  Gelet op de eigen schuld van [appellant sub 1.] is [geintimeerde] aansprakelijk voor € 1.800,00. LJN BU3804